Ondertussen is dit geen Erasmusblog meer. Ik ben immers terug in België. Het blijkt echter dat ik het bloggen niet laten kan.

(Foto's onderaan!)


donderdag 18 november 2010

11 november:

Dag van de Poolse onafhankelijkheid, u weet het wel, het einde van de eerste wereld oorlog.
In België is 11 november de nationale dag van de vrouw.
Als deze toevalligheid geen mooie inleiding vormt voor mijn paper over 'Gender Equality and Political Correctness in Belgium' dan weet ik het ook niet meer.

We gaan naar Katowice.
Anne haar oma is van Poolse afkomst en daar horen natuurlijk Poolse vriendinnen bij. We nemen in Kraków de bus. Busje, eigenlijk. Ik zit op het laatste vrije zitje, dat naast de chauffeur. Het is een oudere man met gouden ringen aan zijn dikke vingers. Hij is een beetje slaperig, en daar maak ik me toch enigszins zorgen over. Maar dan ook weer niet te veel.
Het regent als we na enkele uren uit het busje mogen. En alles is gesloten, want het is zowaar een driedubbele feestdag (al zal de nationale dag van de vrouw in België de Polen een worst wezen). Gelukkig vinden we een koffiebar die zich belangrijker waant dan de Poolse onafhankelijkheid.

Tegen alle verwachtingen in stopt het dan toch met regenen. We haasten ons naar het station om onze rugzakken in een kluisje kwijt te kunnen. Het station van Katowice is bron van grote verbazing. Het doet nogal communistisch aan langs de buitenkant, en binnen ligt zo goed als alles in puin. De bewakers hebben duidelijk ook geen vrije dag. Als we verder doorlopen blijkt de andere helft van het station uit blinkende, witte marmer te bestaan. Très chic.
Alle kluisjes zitten vol.
U zal wel verstaan dat het enthousiasme om met onze rugzakken door het onzekere klimaat van Katowice te lopen minimaal was. Volgens de instructies van Anne's oma zouden we een half uurtje op de tram moeten om bij haar vriendin in Chorzow te raken. Anne kan het beste Pools, dus ze richt zich tot de vrouw aan de informatiebalie. En ze komt terug met treintickets. Ze kan er zelf ook geen zinnige verklaring voor geven. Misschien is haar Pools ook niet zo goed. We nemen toch de trein, want groot kan Chorzow niet zijn.

Als u nu even naar beneden scrolt ziet u wat wij zagen toen we er dan toch in slaagden aan het verkeerde station af te stappen. Het was op zijn manier wel een boeiend landschap. Nadat we een rondje rond het dichtgetimmerde gebouw hadden gelopen, probeerden we uit te zoeken waar zich mogelijks de dichtstbijzijnde verschijnselen van de bewoonde wereld zouden bevinden. We vonden een voetgangersbrug die duidelijk diende om suïcidale Polen 'naar de overkant' te helpen, want zelfs met al mijn heldenmoed kon ik het niet opbrengen om er een voet op te zetten. Gelukkig komt er plots een auto het perron opgereden. Ja, u leest het goed, maar als je een tijdje in Polen bent dan kijk je er al niet meer van op.
Het bleek een taxi te zijn. Marycha, onze gastvrouw, had ons gevonden. Zij noch de taxichauffeur waren al ooit in dit station geweest. We stappen in en de taxi rijdt, uiteraard gewoon over de treinsporen, naar de dichtst bijzijnde straat.

Marycha woont in een kleine flat (maar niet de kleinste die ik hier al heb gezien) bij het centrum. Een kalend mannetje met een bierbuik en bretellen houdt de deur open. Hij is gewoon een bemoeizuchtige buurman, leren we later. Het appartementje is een prentje (ja ik kreeg er dichterlijke spasmes van). Ze opende kastjes waar de deurtjes uitvielen, maar plaatste die vakkundig terug alsof er niets aan de hand was. In haar kleine badkamertje was alles roze. In de woonkamer stond het mooie porselein op tafel en keek het bretellenmannetje tv.
Die avond komt er bezoek en om Marycha niet te veel voor de voeten te lopen, maken we een wandeling door Chorzow. Al snel is duidelijk dat de kolenindustrie hier nog heel wat in de pap de brokken heeft.

Als we terug bij Marycha aankomen is het al donker en hebben nog meer oudjes aan de tafel aangeschoven. Anne gaat Marycha helpen in de keuken. Ik probeer een paar keer mijn hulp op te dringen, maar er is duidelijk geen werk meer voor mij.
Dus luister ik naar het Pools van de oudjes, prik ik wat in mijn gebakje en drink een volledige kan thee. Ik wil best met hun praten, maar het duurt toch een kleine fles wodka voor ze hun beste Duits bovenhalen.
Tussen Duits en mij zit het zo: ik versta het wel, omdat het verdomd hard op Nederlands lijkt, maar ik kan niet veel zeggen. Daar maken oude mensen graag gebruik van. Het mannetje naast mij praat maar door. Dan haalt hij zijn digitaal fototoestel boven en geeft de rest van het gezelschap de instructie om een foto van ons te maken. En dan nog een, en dan nog een. Tot het goed is.
Alsof hier mee het hoogtechnologische startschot is gegeven, halen de oudjes nu hun gsm boven. Ze tonen daarop de foto's van hun kinderen, de kinderen van hun kinderen en de huisdieren van de kinderen van hun kinderen. Mijn verbazing groeit wanneer ze nog een keer hun internetabonnementen beginnen vergelijken ook.
Het is altijd fijn als je vooroordelen een deuk krijgen.

De tweede lege fles wodka wordt van de tafel gehaald. Er worden heel wat vragen gesteld over de zin van mijn leven. Waarom eet ik geen vlees? Waarom studeer ik moraalfilosofie en geen geneeskunde zoals Anne? Waarom kom ik in godsnaam een semester naar een land als Polen? Ik ben niet in staat me voldoende verstaanbaar te maken om een zinnig antwoord te geven en dat spijt me diep. Ik zal er vermoedelijk nog even van wakker liggen straks.

Als het bezoek vertrekt kunnen we eindelijk slapen. Ik hoop dat die dronken oudjes veilig thuis geraken. Morgen gaan we naar Wroclaw.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten