Ondertussen is dit geen Erasmusblog meer. Ik ben immers terug in België. Het blijkt echter dat ik het bloggen niet laten kan.

(Foto's onderaan!)


zaterdag 19 februari 2011

Uitbollen

Mijn laatste dagen in Polen. Moeilijk te geloven dat het al voorbij is. Zelfs die examens zijn achter de rug. Mijn 'rapport' ziet er goed uit, al zeg ik het zelf. Gisteren kwam ik helaas tot te jammerlijke vaststelling dat mijn coördinator hier in Polen geen flauw idee heeft hoe ik dit semester 'bureaucratisch' moet afronden. Een hele hoop papieren en stempels achtervolgen mij nog, en ik heb al weer enkele keren voor gesloten deuren gestaan tijdens mijn zoektocht naar de juiste kantoren.
Maar het deert me niet. Als ik iets weet is dat het allemaal in orde komt.
Dinsdagochtend stap ik op de bus. Met een beetje geluk wil de chauffeur mij en al mijn bagage meenemen. Veel mensen doen iets raar met hun wenkbrauwen als ik hen vertel dat ik zo'n 24u op de bus ga zitten. Het financiële motief begrijpt iedereen, maar het is meer dan dat. Net zoals ik met de trein in mijn Erasmusavontuur wou rollen, zo wil ik nu uitbollen. Ik zal door het busraampje afscheid kunnen nemen van Polen, ik zal niet naar Duitsland moeten kijken want het zal donker zijn, en 's ochtends zal ik in Brussel aankomen. Ik zal moe zijn, want amper hebben geslapen, ik zal blij zijn, want mijn ouders en mijn zus zullen op me wachten, ik zal verdrietig zijn, want ik heb Polen achter me gelaten.

De onderstaande foto wou ik al een tijdje maken. Op de drukke Grunwaldska staat op een van de huizen deze graffiti. Voor zover ik het begrepen heb wil het zoveel zeggen als 'we zijn skinheads, we zijn met veel'. Dat leek me wel eens een boodschap om over na te denken, hier in het historische getormenteerde Gdansk.
Toen ik de foto nam liep een jong meisje me voorbij. Ze moet een jaar of 14 geweest zijn, al probeerde ze door middel van donkere make up en gekleurde haren haar leeftijd te verbergen. Om een of andere reden heb ik altijd sympathie voor meisjes zoals zij, hoe brutaal ze ook zijn, misschien gaan ze later wel moraalfilosofie studeren. Ze keek me boos aan en dacht waarschijnlijk dat ik deze foto boven mijn bed wou gaan hangen. Ik zie er dan ook redelijk arisch uit. Mijn excuses daarvoor.


Nog eentje voor de reeks 'dingen in bomen'.


En als ik dan toch in reeksen ga beginnen fotograferen: 'best of advertising':




Tot snel in Gent!

dinsdag 15 februari 2011

De laatste dagen waren ongetwijfeld de meest avontuurlijke examenperiode die ik al ooit heb gehad. Ik zal jullie de waslijst van omwegen en absurditeiten besparen en zeg alleen dat het uiteindelijk zo ver gekomen is dat ik mijn laatste examen op donderdagavond bij een prof thuis zal gaan afleggen. Gezellig. Ik apprecieer het wel, eigenlijk. Ze mag door ziekte het huis niet verlaten, maar als ik geen examen kan afleggen kan ik niet vertrekken.

Dat vertrekken is ook al iets bizar.
Ik heb het niet voor vliegtuigen, dus dat is sowieso de laatste optie.
De prijzen van de treintickets zijn ook de lucht in geschoten aangezien ik niet echt lang op voorhand kon reserveren.
Wat blijft er dan nog over?
Inderdaad, de bus. Ik ben er mee in Duitsland geraakt, dus ik moet er mee in België geraken ook. De prijs is zeer goed te doen (voor 60 euro ben ik aan de Dampoort) en qua reistijd scheelt het amper met de trein.
Het enige probleem is bagage. Je kan extra bagage meenemen- en ik ben zo'n geval met extra bagage- maar alleen als je wat meer wil betalen. Die redenering kan ik helemaal volgen. De 'catch' is echter dat de chauffeur alleen op het moment van het vertrek kan bepalen of er nog plaats is voor je extra bagage. Als dat dus een uur voor mijn definitieve vertrek niet zo blijkt te zijn, dan heb ik een probleem. Een hele reistas met de post verzenden is ook niet echt goedkoop. Na wat brainstormen begin ik te overwegen om 2 bustickets te kopen...
Jullie horen het wel als ik er geraak.
Voor de hardcore-missers: binnen een dikke week ben ik terug!

maandag 7 februari 2011

Dromen in Polen

Ik weet alleen dat ik geslapen heb omdat ik me mijn dromen kan herinneren.
Ik zat op café. Ja, zelfs in mijn dromen zit ik graag op café.
Plots kwam Mick Jagger binnen. Dat kon men weten omdat hij zei "Hello everybody, my name is Mick Jagger".
Ik was meteen onder de indruk en besloot hem een paar moppen te vertellen. De moppen in kwestie kan ik me niet herinneren, maar de kans is groot dat het hem om absurditeiten ging die alleen in dromenland steek houden, of waarvan het alleen in dromenland niet erg is dat ze geen steek houden.
Mick Jagger lachte twee keer alsof zijn leven er van af hing. Ik bedacht dat hij me nu vast zou toelaten zijn portret te nemen, en ik stond even te overwegen of het heel ongepast zou zijn om hem spontaan te beginnen fotograferen. Ondertussen ging hij een praatje maken met mijn moeder. Ze grapten wat, en ik was verbaasd om te merken dat ze elkaar bleken te kennen.
"Moeke, ik wist niet dat jij Mick Jagger kent?"
Ze keken me allebei onbegrijpend aan, en toen drong het tot me door dat dit helemaal niet Mick Jagger was. Ik had het eigenlijk al moeten weten omdat hij er in de verste verte niet op leek, maar in mijn dromen ben ik altijd een beetje naïever dan in het echt.

Annie Leibovitz kreeg wel de kans hem te portretteren:

De rest van de nacht was er een tussen waken en slapen. Ik weet niet of veel mensen ervaring hebben met een 'tussenfase', maar tijdens de examens val ik er vaak aan ten prooi. Het lijkt wel alsof mijn hersenen alle verworven kennis beginnen verwerken, zoals ze dat schijnen te doen in onze slaap, alleen slaap ik niet helemaal. Er flitsen allemaal woorden voorbij, totaal zonder samenhang. Ik lig niet nog al die Poolse filosofen een keer te herhalen voor het examen, ze komen vanzelf en ik ben al net genoeg in 'slaap' om me er niet meer tegen te kunnen verzetten. Tussendoor kan ik me wel bewust afvragen wanneer ik nu eindelijk in slaap ga vallen, of wanneer mijn dromen boeiender worden dan een willekeurige woordenregen.

Ik moet u niet vertellen dat een mens daar niet vrolijk van wordt, om niet te zeggen een beetje chagrijnig. De wekker loopt dan toch af. Ik smijt mij nog een keer op het Poolse Messianisme en neem dan de tram naar het examen. Ik vraag me af waar iedereen heen gaat om 11u in de voormiddag. De vrouw voor mij vraagt zich duidelijk hetzelfde af, want ze kijkt me een beetje wantrouwig aan.
Ik vergeet bijna af te stappen. Als ik de faculteit binnen loop doet de spookachtige leegte me vermoeden dat ook mijn professor er niet zal zijn. Maar spookachtige leegtes zijn over het algemeen geen goede gegevens voor logische inductie, en ik ben helemaal zeker van het feit dat dit het moment van afspraak is.
Ik begin de trappen van het panopticon-achtige gebouw op te klimmen. Het gevoel dat mijn prof er niet zal zijn neemt toe, want ook mijn zesde zintuig weet dat het niet de eerste keer zou zijn. En inderdaad, aan de deur hangt een briefje. Ik maak er uit op dat ik zaterdag maar eens moet terugkomen.
Een beetje verloren zijn is altijd een goede reden om tegen mooie jongens te praten, dus ik vraag aan een knappe voorbijganger of hij toch even dat briefje voor mij wil vertalen.
Aan de tramhalte staat dezelfde vrouw die me in de heenrit bedenkelijk had aangekeken. Nu ben ik helemaal verdacht.

zondag 6 februari 2011


Er is niets charmant aan smeltende sneeuw. En ik bedoel niet alleen dat het onpraktisch is, charme hoeft zich doorgaans niet te bekommeren over effectiviteit.
Alles wat zich in de loop der weken op archeologische wijze tussen de lagen sneeuw en ijs had vastgezet, komt nu weer tevoorschijn. Al het zand dat het uitglijden moest beperken, alle hondendrollen die netjes geconserveerd en bedekt werden door ijs, de overblijfselen van de herfst,...


En dan doen ze er nog eens een echte Belgische regenbui bovenop, dus een lokale zondvloed zal de zondaars straffen met natte voeten.





Ik ben ook maar een boom onder de andere bomen.