Ondertussen is dit geen Erasmusblog meer. Ik ben immers terug in België. Het blijkt echter dat ik het bloggen niet laten kan.

(Foto's onderaan!)


maandag 31 oktober 2011

Meningsverschillen onder de E17

Oorspronkelijk had ik hier heel wat commentaar bij geschreven, maar mijn drang naar eindeloze nuancering werd ondermijnend voor de leesbaarheid en ik had net iets teveel woordspelingen bedacht met 'politieke GPS' en 'desoriëntatie onder de E17'.

Denk er maar gewoon het uwe bij.



























zondag 23 oktober 2011

Ik kijk naar buiten, naar de vliegtuigjes aan de hemel, waarvan ik telkens opnieuw geloof dat ze zullen botsen.
Ik hoor vogels, grommende motoren, huilende kinderen, ritselend afval.
De nacht sluipt de wereld tegemoet.
In de verte hoor ik muziek en voetstappen die tussen de smalle straatjes weergalmen.
Ik zie ontelbaar veel sterren, die bij nader inzien voor het grootste deel ook weer vliegtuigen blijken te zijn.

Moeilijke tijden (2)

Veerle schoof het kanten gordijntje opzij en keek naar de daverende drilboren die al wekenlang de rust in de straat verstoorden.
Nochtans lag de hele straat al vanaf de eerste dag in puin.

"Net zoals toen, in de oorlog" had ze tegen een van de jongelingen in de straat gezegd.
Hij knikte en lachte haar vriendelijk toe.
Veerle was pas na de oorlog geboren, maar ze had er veel over nagedacht en in haar gedachten zag het er net zo uit.
Al wist ze niet zeker of er toen ook al van die metalen bruggetjes voor de deuren lagen. Je kent dat wel, zo'n brugje dat moet voorkomen dat je in een diepe put valt wanneer je je huis verlaat.

Eerst kreeg elk paar aangrenzende voordeuren zo'n brugje.
Maar het was nu eenmaal niet zo gemakkelijk om aan te grenzen met Veerle, vond de buurvrouw. Dus had die haar eigen bruggetje geëist.

Veerle is een denker.
De bruggetjes hadden haar de nachtrust ontnomen.
Het was altijd een heel gedoe met boodschappen en fietsen.
Of er moest maar eens iemand van zo'n brugje vallen. Of je wilde die dag net je piano verhuizen.
Ze was ook niet zeker of je er met een rolstoel op kon. Niet dat er rolstoelgebruikers in de straat woonden, maar dat kon van de ene op de andere dag veranderen. Zeker als je van zo'n brugje zou vallen.

maandag 17 oktober 2011

Moeilijke tijden (1)

Voor mensen die Veerle heten, in mijn straat wonen of ontzettend gelukkig zijn met digitale tv, het onderstaande is -echt- niet uit het leven gegrepen maar toevalligerwijs aan mijn linker hersenhelft ontsproten.


Je zou kunnen zeggen dat het moeilijke tijden zijn.
De economie staat op losse schroeven.
Het klimaat is overstuur.
Zelfs in de Wetstraat lopen ze verloren.

Voor Veerle zag alles er nog min of meer hetzelfde uit.
Ze had nooit veel gehad en raakte zodoende zelden iets kwijt.

Op een dag had de buurvrouw digitale televisie.
Veerle moest komen kijken.
De Buurvrouw stond een tijdje met een paar van haar afstandsbedieningen te zwaaien, maar geen enkele digitale openbaring leek zijn weg te vinden naar het kleine teeveetje.
Veerle moest weer vertrekken, haar bezoek kwam ongelegen, zei de buurvrouw toen.
Toen Veerle ietwat verbaasd terug naar haar eigen huis stapte zag ze haar door het raam nog steeds verwoed op allerlei knoppen drukken.

Een half uur later belde de buurvrouw aan. Of ze niet toch naar de digitale televisie wou komen kijken. Als het Veerle voordien Siberisch koud had gelaten, dan was nu toch haar nieuwsgierigheid gewekt.
Ze keek hoe haar buurvrouw door het eindeloze aanbod kanalen zapte.

Veerle feliciteerde haar.
Ze was niet helemaal zeker of dat gepast was, maar ze durfde het enthousiasme van haar buurvrouw niet ondermijnen.

Het leek wel de geboorte van een kind.
Een lastig kind.
Veerle kon het horen schreeuwen aan de andere kant van hun gemeenschappelijke muur.
Het kind sliep nooit.

Na enkele weken werd het weer stil.
Het onstuimige kind was dood.

'Het werd gewoon te veel', zei de buurvrouw die donderdag bij de bakker.
'Je kan toch nooit echt naar alles kijken, wat ze ook zeggen.'

Veerle zei dat het beter was zo, en legde haar hand op de schouder van haar buurvrouw.
Die keek beteuterd naar de broodzak in haar handen en knikte.
'Het kost ook altijd meer dan ze zeggen dat het gaat kosten' voegde ze daar nog aan toe. Veerle beaamde dat.

maandag 3 oktober 2011

One Day in Vienna

Tip: sms eens naar je moeder dat je een dagje wenen achter de rug hebt!

Vanity in Vienna









Goethe + friend













Ik zag deze man en dacht, 'hij zou wereldberoemd moeten zijn'. Blijkt dat hij het al een beetje is.
We herinneren ons natuurlijk ook nog allemaal het Eurovisie Songfestival van 1998 met Zoran Madzirov (in Skopje, inderdaad!)









Ah, die Polen...

't ga nie in Piešťany

Er ligt al weer een flink laagje cyberstof op deze blog, zoals het zovele digitale ambities vergaat. Niet dat het leven tegenwoordig niets meer te bieden heeft. In tegendeel, het academiejaar dringt zich weer op, ik heb hier en daar wat maatschappelijke verplichtingen op mij genomen. De wilde avonturen die ik dan wel meemaak zijn van danig benevelde aard dat ik niet met zekerheid zou durven zeggen dat het geen droom was.

Gelukkig zijn er herinneringen om over te bloggen en dagboekfragmentjes om met jullie te delen.

Afgelopen september was ik in Slovakije. Ik bespaar jullie uitgebreide beschrijvingen van luie vakantiedagen- want ik hoop dat jullie allemaal in meer of mindere mate weten hoe die verlopen- maar wilde toch even melding maken van enkele observaties. Ik moet ook eerlijkheidshalve toegeven dat ik dit doe voor mijn eigen vertier, dus verwacht geen grondige analyse van de socio-economische situatie in Slovakije, noch een ontroerende schets van de mooiste dag van mijn leven.

Hier gaan we dan.

Dag Acht.



Piešťany was maar een vreemd oord. We hadden geen camping gereserveerd, uit naïviteit of gevoel voor avontuur, of misschien wel uit onverschilligheid, ik weet het niet meer. We stapten vanuit de warme bus in een miezerig buitje. We zochten een kaart en we strompelden wat vermoeid en verveeld door de stationsbuurt om tenslotte een taxi te nemen naar een camping.
De man van de camping had geen chalet meer vrij en kon ons helaas enkel een tweepersoonstentje aanbieden. Matjes hadden we ook al niet.
Hij lachte een beetje minachtend met onze radeloosheid en belde opnieuw een taxi.
We troostten onszelf met het idee dat de camping er toch maar triestig uitzag en dat zelfs elke andere camping niets dan een anticlimax zou zijn in vergelijking met het kleine paradijsje waar we intussen met weemoed aan terug dachten.
De taxichauffeur had duidelijk iets teveel koffie op en zijn nektapijtje wapperde vrolijk in het ritme van zijn stuntelige Engels.
Hij dropte ons bij het Atom hotel, omdat het niemand echt duidelijk was waar we heen gingen.
Het gigantische hotel oogde maar triest, en ook binnen vloekten zalmroze met olijfgroen alsof het nooit de bedoeling was geweest harmonie te scheppen.
Het vrouwtje aan de balie deed haar uiterste best om zich verstaanbaar te maken, maar het resultaat was dat de ietwat hoge prijzen ons duidelijk werden. We schuifelden twijfelend weer naar buiten om in de portiek te overleggen wat we zouden doen.
We waren er nog lang niet uit toen het dametje ons weer binnen riep.
Misschien was het sympathie, of de echo van haar medelijden in het grote, lege hotel, maar ze bood ons 3 bedden aan voor elk €12 per nacht. We hapten gretig toe, want onze jeugdige moed was ons al in de schoenen gezakt bij de aanblik van het vreemde stadje in het teleurstellende weer.

Kamer 406 was een kamer met als thema 'communistische soberheid'.
De matrassen waren vervangen door grote, harde kussens, de lavabo en het bad moesten een kraan delen en de muren waren een vaal overblijfsel van wat ooit wit moet zijn geweest.
We bevrijdden ons van onze rugzakken en prutsen wat met de oude tv.
We besloten op zoek te gaan naar een toeristische dienst, want Piešťany pretendeert één groot kuuroord te zijn.

De straten waren leeg en onze onrust steeg. Het infocentrum was een donker zaaltje met schreeuwerige schilderijen aan de muur. Twee dames keken verbaasd op als we binnen kwamen. Al snel was het duidelijk dat Piešťany het mekka voor oude, zieke mensen is. Ik dacht aan het vrouwtje in de lobby, die met haar grote zonnebril, pruik en polsen in het verband een van de weinige andere hotelgasten was.
We besluiten dan maar dat we Piešťany zo snel mogelijk achter ons zullen laten en vullen de rest van de dag met koffie, wijn en pizza.

Tegen de avond keren we terug, door de brede, donkere gangen van het hotel, naar kamer 406. We bekijken even de 2 posten die we met de oude kleuren-tv kunnen ontvangen en zakken al snel weg onder de zware donsdekens.

Piešťany Politics


Atom Hotel Politics



Ervaringen die geheel niet te vergelijken zijn met Piešťany:

Kaaskunst: