Ondertussen is dit geen Erasmusblog meer. Ik ben immers terug in België. Het blijkt echter dat ik het bloggen niet laten kan.

(Foto's onderaan!)


woensdag 20 oktober 2010

Erasmus Orgasmus

Gisterenavond begon triestig. Er was een Erasmusfeestje en omdat ik tot nog toe die specifieke Erasmusfuiven een beetje heb proberen ontwijken had ik me voorgenomen er naartoe te gaan. Ik ken ondertussen wel al een hoopje Erasmussers, en hoe maak je beter vrienden dan uit noodzaak? Dus besloot ik er gewoon alleen naartoe te gaan.
Pas toen ik al aan de bar een pintje stond te bestellen kwam het pas in me op dat dit ook wel eens een succesformule voor eenzame avonden kon zijn. Ik vond het zelf niet onaangenaam om iedereen wat te observeren, maar toen ik na 20 minuten nog geen bekend gezicht had gezien zag ik dat het barpersoneel een beetje ongerust mijn richting begon uit te kijken. Oké, het werd tijd om iets te forceren. Gelukkig kwam ik bij een groepje buitenlandse vrijwilligers terecht. Ze waren heel enthousiast over mijn stuntelige poging een praatje te maken, en ik werd aan een lange ondervraging onderworpen. Tegenwoordig vraagt iedereen ook ' from which part of Belgium are you? The French part or..', en dan weten ze meestal niet goed hoe ze dat andere deel moeten noemen. Dat andere deel dus. Door hun nieuwsgierigheid ben ik eigenlijk niet veel meer over hen te weten gekomen dan wat namen en nationaliteiten, en dat ze hier werken met mensen met een mentale handicap.
Dan moet er gedanst worden. De dansvloer is nog leeg, maar dat deert deze bende niet. Ik probeer een gezonde middelmaat te vinden tussen het delen van hun enthousiasme voor discomoves en de bescheidenheid die voort komt uit het feit dat de rest van het café ons van op de lederen bankjes zit aan te kijken.
Maar enthousiasme werkt, en na een tijdje staan we niet meer alleen. Alsof het al niet erg genoeg was dat dit een feestje is met het thema 'Disco', hebben ze hier tot overmaat van ramp ook nog ergens een karaokemachine van onder het stof gehaald. Alle klassiekers worden systematisch verkracht, en ik heb Katy Perry altijd al een onnozel wicht gevonden, maar wat ze me nu heeft aangedaan vergeef ik haar nooit.
Gelukkig begin ik hier en daar iemand tegen te komen die ik ken, want het groepje enthousiastelingen kan ondertussen alleen nog maar lachen als ze weer eens aan de karaoke mogen. Als het grootste deel van de Erasmussers zich een tijdje aan goedkoop bier en goedkope beats hebben overgegeven, vallen enkele interessante waarnemingen te doen.
Een groot deel van de populatie is hier om te drinken en te vrijen, ze zijn daar heel eerlijk over en voegen dan ook meteen de daad bij het woord. Een ander deel heeft thuis een lief zitten, maar wil toch ook een beetje van de 'What happens in Gdansk, stays in Gdansk'-illusie genieten. Niets blijft nog waar het oorspronkelijk begon sinds het facebooktijdperk is aangebroken, natuurlijk. Hier en daar staan wat sceptici verscholen, achter pilaren of in een hoek. Ze kijken wat nors naar het zwetende gepeupel en klagen over de kwaliteit van de muziek.

Vandaag liet mijn hoofd mij weten dat ik het Poolse bier onderschat en dat het tellen van pintjes anders verloopt als ze halve liters serveren. Gelukkig kon ik de leegte van deze dag opvullen met het alweer niet vinden van een professor en zijn les, en het overleven van een les Pools. Verdere symptomen van integratie: in het Pools tellen tot 9, zich kunnen voorstellen en excuseren in het Pools.
Vervelend is ook dat de Polen hebben besloten om sommige van de Europese landen een totaal andere naam te geven. België is Belgii, maar Italië is 'Wloch'.

Morgen zal ik jullie verder verblijden met vervelende en minder vervelende dingen over Polen, maar voor vandaag is het genoeg geweest.

Dobranoc!

dinsdag 19 oktober 2010

femaleness

Het vak 'Gender Studies' zette mij vandaag aan het denken.
Dat is een bijwerking van onderwijs. Naast vroeg opstaan, het aanschaffen van onnodig dure cursussen, het verdragen van onbescheiden proffen en het grootste deel van je dag op een stoel moeten doorbrengen, begin je nog eens te denken ook.
De voornaamste bron van aardbeving in mijn wereldje is het artikel 'Women, media and Democratic society' door Margaret Gallaghen.

Ik zal niet beweren dat 'de vrouwen zaak' mij tot nu toe geheel onbewogen liet, maar de wereld heeft nu eenmaal de neiging om zich redelijk gender-neutraal aan mij voor te doen. Oké, je hebt het schudden-met-je-vlees op tv, er bestaat een collectie bedenkelijke vrouwenmedia en af en toe loop ik wel eens een al even bedenkelijke geslachtsgenote tegen het schaars geklede lijf.
Maar tv's zijn er om uit te laten, roddelblaadjes om te negeren, en met zelfverklaarde 'playmates' hoef ik echt geen vriendschap te sluiten.

Dat vrouwen in de westerse maatschappijen bevoorrecht zijn in hun toegang tot onderwijs, internet en informatie (en gezondheidszorg, wettelijke bescherming, vrijheid, en ga zo maar door) is een schrijnend maar geen ongeweten feit.
Maar datgene waar ik eigenlijk het meest sta te kijken is dat de inhoud en productie van deze 'bevoorrechte informatie' nog steeds voor het overgrote deel in handen is van mannen. (Ik bedoel natuurlijk niet dat de rechten van de westerse vrouwen hiermee zwaarder geschonden zijn dan die van vrouwen in niet-westerse maatschappijen, dat spreekt.)

Enkele vaststellingen:
- Het 'Global Media Monitoring project' telde op 1 februari 2000 dat slechts 18% van de nieuwsonderwerpen (nieuwsmakers of geïnterviewden) vrouwen waren.
- Op diezelfde dag (en in dat zelfde onderzoek, hoe kan je het raden) presenteerden vrouwen 56% van de televisieberichtgeving en 41% van de radioberichtgeving. Maar de mensen die instonden voor de inhoudelijke verslaggeving zelf waren voor tv 36%, voor radio 28% en voor de krant 26% vrouwen.

Misschien is het omdat we na de 'grote revoluties' geboren zijn, dat we denken dat de strijd gestreden is, dat discriminatie tegen vrouwen iets is wat voor ons geschiedenis is. Het is misschien omdat we niet echt weten dat het ooit anders was, dat een groot deel van het westerse vrouwenvolk denkt dat borstvergrotingen en paaldansen een vorm van emancipatie is.
Men zou kunnen beweren dat dat nu eenmaal de gang van zaken is, dat het niets met discriminatie te maken heeft, maar met geslachtsgebonden voorkeuren voor bepaalde beroepen. Of dat nu zo is of niet, we kunnen besluitvorming in de media niet zomaar beschouwen als eender welke andere beroepscategorie. De media is een belangrijke speler in politieke agendasetting en socialisatie, en wanneer deze in handen is van een overwegend mannelijk bestuur lijkt het mij niet onrealistisch dat dat gevolgen heeft.

Oké, tot zover de ideologische verslaggeving. Bekijk het zo: als ik hier tijd voor heb (en toegang tot het internet!) dan moet het zijn dat ik niet in een of andere levensbedreigende situatie verkeer. Optimisme!

zondag 17 oktober 2010

Ontmoetingen in Gdansk

Vrijdag 1 oktober.

Ik ben niet meer nieuw in Gdansk. Ik had die dag net een donsdeken en overtrek gekocht zonder een woord Pools te gebruiken. Het is blijkbaar niet zo moeilijk om beddengoed uit te beelden. Om me zelf te belonen ging ik naar het theehuisje waar ik de eerste dag ook terecht was gekomen.
Het terrasje staat in een rustig, klein straatje, dat redelijk centraal in de stad ligt, maar toch meer bedelaars dan toeristen herbergt.

Ik realiseer me dat ik mijn boek vergeten ben ('Into the wild' van Jon Krakauer) dus staar ik een beetje naar de kaart van Gdansk, die hier standaard in mijn jaszak zit.De hele Erasmuservaring zorgt voor een hernieuwde waardering voor opvouwbare wegenkaarten. Google maps heeft zich redelijk waardeloos bewezen, door elke zoekterm die ik ingeef om te zetten in een routebeschrijving naar een luxueus hotel of iets dat zo mogelijk nog minder te maken heeft met wat ik zoek. Dus met dergelijke appreciatie voor de vouw- en brandbare variant van dat deeltje van het internet, is het niet merkwaardig om de kaart even vol bewondering te bestuderen.

Plots komt een man naar me toe. Hij heeft een ronde, kale kop met een soort zeemanspetje op. Hij vraagt of hij 2 vragen mag stellen, en ook de rest van ons gesprek zal even gestructureerd verlopen als zijn openingszin. Hij vraagt hoe laat het is en waar de kade is. Geen overbodige vragen voor een toerist in Gdansk. Ik leg hem uit dat ik niet van 'hier' ben, en dat ik denk dat de kade gewoon rechtdoor is, maar dat ik er ook wat meters naast kan zitten.
Ik kan me niet haarscherp herinneren hoe het gesprek verder gaat, maar als hij hoort dat ik moraalwetenschappen studeer, vraagt hij of hij even mag zitten. Ik ben al blij dat iemand ter vervanging van mijn boek een gestructureerde monoloog komt afsteken, dus neemt hij plaats. Hij weet 4 dingen over moraalfilosofie, en hij zet nauwkeurig 4 weetjes uiteen over Kant, Hare en utilitarisme (en uiteraard nog een 4e theorie die me nu even ontgaat omdat mijn geheugen niet zo gestructureerd is als dat van deze oudere man). We praten over wetenschap en ethiek, psychologie, sociologie en dat soort dingen. De man blijkt 66 te zijn, ook al schatte ik hem 40. Hij heeft zo'n 20 verschillende jobs gehad, waarvan de laatste in China, maar hij stapt straks op de bus naar Litouwen en weet nog niet waar hij volgende week zal zijn.
Hij is verrast als ik een sigaret opsteek. De volgende 60 minuten legt hij me haarfijn uit wat deze ongezonde gewoonte met mij zal doen. Ik sta er van te kijken.
Dat roken ongezond is, dat wist ik ondertussen ook, maar het doet wel wat om het eens uitgelegd te krijgen. Hij voorziet het horrorverhaal van een luchtige omkadering van weetjes uit de tabaksindustrie; de psychologische trucs achter de reclame, de chemische stoffen die dienen om ter dood veroordeelden mee om te brengen, de psychologische valkuilen van de roker.
Net als hij even zwijgt, komt een bedelares bij het tafeltje staan. Ze vraagt een sigaret. Ik weet niet of mijn gesprekspartner hier een gestructureerde verklaring voor kent, maar ik duw snel mijn pakje sigaretten in haar handen. De vrouw is buiten zichzelf van vreugde. Tot zo ver het geschenk van de moraalwetenschapper, denk ik dan.

Sindsdien ben ik de tabaksindustrie toch significant minder van betekenis geweest.

zaterdag 16 oktober 2010

stand van zaken

Mijn excuses. Ik ben geen goede blogster geweest de afgelopen week. Vergeef mij, dit is een recente toevoeging aan mijn bezigheden, ik weet nog niet helemaal hoe er mee om te gaan. Daarbij, ik heb een facebookprofiel, mensen die behoefte hebben aan overbodige informatie over mijn persoon kunnen zich hiertoe wenden. Alhoewel, veel relevante informatie zal u daar niet op zien verschijnen.
Deze week was mijn sympathieke wederhelft op bezoek. Mijn ambitieuze plan om hem er van te overtuigen dat Gdansk een rationele Erasmuskeuze is viel redelijk snel in het water. Hij was nog niet goed en wel uit de bus gestapt of ik werd aangevallen door een onvervalste Poolse verkoudheid. Goed voor de thee- en honingindustrie, dat wel.
Deze week had tevens ook mijn eerste lesweek moeten worden, maar heel intensief is dat niet geweest. Aangezien er hier niet zo iets bestaat als een 3e bachelor Moraalwetenschappen is de eer aan mij om een gelijkaardig lessenrooster op te stellen. Dat heeft voor- en nadelen, en momenteel vooral nadelen aangezien er niet echt veel communicatie is tussen de verschillende faculteiten. Mijn coördinator, Arthur, is een brave filosoof met de pedagogisch verantwoorde ambitie mij door het hele traject heen te helpen. Het is altijd goed mensen te kennen met pedagogisch verantwoorde ambities, ware het niet dat hij er allemaal zelf niet zo goed aan uit kan en zijn voornaamste informatiebron ook gewoon de website van de universiteit van Gdansk is. Gelukkig geeft de man ook af en toe wat les in het Engels, waardoor de kans dat ik hier en daar iets bij leer groter lijkt te worden.
Voor de rest probeer ik dan maar gewoon de proffen aan te spreken, als ik ze al weet te vinden. Dinsdag stapte ik het lokaal van de 'Filozofia Polska' binnen. Helaas, het vroege ochtenduur voorzag dat ik te laat was, en mede door mijn goede opvoeding en de aard van het schoolsysteem had ik geen andere keuze dan 90 minuten luisteren naar een Poolse dame die naar het schijnt over Poolse filosofie sprak. Af en toe leek ik een woord te herkennen, maar het waren 90 lange minuten. De andere leerlingen leken een voor een in te dommelen, dus misschien was ik wel beter af met mijn onvermogen het te verstaan. Toen er dan toch een einde aan kwam, wist ik de vrouw wat Engelse gestotter te ontfutselen. Volgende week krijg ik Engelse teksten.
De ander proffen die ik ontmoet lijken iets meer vatbaar voor communicatie. Ik krijg de opdracht een paper te schrijven over 'Political correctness' in België voor het vak 'Gender Studies' en een boekenlijst samen te stellen voor het vak 'Filosofie van de religie'.

Enigzins opgetogen over de geslaagde communicatie begaf ik mij naar de grote, nieuwe bibliotheek. Het gebouw is splinternieuw en doet wat luchthavenachtig aan. Met wat omwegen heb ik een studentenkaart weten te bemachtigen, dus ik stapte moedig de spaceshuttle binnen. Ik ben nog niet bij de informatiebalie of de security houdt mij al staande. Ik weet niet of het deel is van een tewerkstellingsplan of dat het iets te maken heeft met groeiende onveiligheidsgevoelens, maar in Polen is er overal security. En er is altijd wel een regel waarvan je niet weet dat je ze geschonden hebt. Laatst nog werd ik in een van de grote shoppingcentra de deur gewezen omdat ik er foto's aan het maken was van de roltrappen in een grote, marmeren inkomhal.
Ook de controle van het openbaar vervoer is in handen van hooligan-achtige types. De tactiek bestaat er in de tram in te stormen, liefst langs alle deuren tegelijkertijd, met een team bestaande uit jonge maar boos kijkende, kortharige mannen, waarvan je met redelijke zekerheid kan zeggen dat fitness een van hun hobby's is. Dan moet je maar maken dat je het juiste kaartje hebt, want zoals veel hier is ook het openbaar vervoer niet altijd even duidelijk. Gelukkig zien controleurs er alleen maar gevaarlijk uit, en zijn de meeste onder hen bereid een woordje uitleg te geven.
Zo ook in de bibliotheek dus is voorzichtigheid geboden. Het is blijkbaar verplicht je rugzak en jas achter te laten in een kluisje (gelukkig het soort kluisje dat je 2 PLN achteraf vriendelijk terug geeft). De man van de security wijst naar een lange lijst regels die ook in het Engels bij de ingang hangen. Ik lees ze braaf, want de deur gewezen worden in de bibliotheek ligt mij net iets nauwer aan het hart dan de situatie bij het shoppingcentrum. Uiteindelijk kan ik de bibliotheek verlaten, als trotse eigenaar van een bibliotheekaccount, en zonder dreigende arrestaties en dergelijke.
Behalve deel kunnen nemen aan een heel omslachtig bibliotheeksysteem kent mijn bestaan hier nog andere symptomen van integratie:
Ik heb een Pools telefoonnummer, ik heb een Poolse bankkaart,ik heb Poolse boeken in mijn kamer (waar ik helaas niet echt iets van begrijp)en ik spreek zelfs enkele woorden Pools.
Bij Suzanna haar grootmoeder, die aangeboden heeft mij Poolse lessen te geven, ben ik nog niet terecht gekomen. Ik probeer eerst mijn lessenrooster in elkaar te knutselen en het tempo van de avondlessen Pools in te schatten.

Goed, ik laat het hier bij, want met mijn kop vol snot ben ik er blijkbaar niet in geslaagd eenzelfde tijdsperspectief te gebruiken doorheen mijn vertelsel.
Volgende keer meer.

zondag 3 oktober 2010

vertrek

Een combinatie van luiheid en vergeetachtigheid brengt mij er toe met jullie enkele dagboekfragmenten te delen:

20 September '10
Daar ga ik dan. Op het perron staan mijn ouders, alle 3, met brede glimlach en duimen omhoog. Papa doet wat papa's doen; gekke bekken trekken, de trein proberen vooruit duwen, nog de groetjes doen van oma door middel van omslachtige gebaren en een gsm, een eind meelopen eens de trein dan toch besluit te vertrekken.
In de weerspiegeling van het raam zie ik ook mezelf, snikkend in een geruite zakdoek, met rode oogjes en een muts met berenoortjes, om een of andere reden. We rijden het station uit. Een pittoreske zonsondergang weerkaatst op het atomium, zoals dat hoort wanneer je voor maanden je vader/moederland verlaat.
Een vriendelijke man vraagt mijn ticket en wenst me een goede avond. Ik, met mijn oren vol snot en met de alertheid van een komkommer, begrijp zelfs dat ene woord niet. De man en ik wisselen een misverstand uit.
Daar ga ik dan. Ik voel me niet helemaal de heldhaftige ontdekkingsreizigster waarvan ik had gehoopt ze te zijn. De rode zetels zitten een beetje ongemakkelijk. Ik zit in eerste klasse, tussen mannen, netjes opgevouwen in pak, onverschillig scherm-starend dankzij gratis wifi.

21 September '10

Ik weet nu hoe een slaaptrein er uit ziet. Ik weet nu ook dat de kleine metalen laddertjes los zitten en dat dat heel onhandig is als je met je bagage op het bovenste bedje moet zien te geraken.
Het landschap zag er tot nu toe behoorlijk Vlaams uit, behalve dan misschien de grote lege fabrieken die hier en daar aan de horizon opdoemen.

15u 22: Eindelijk in Gdansk. Ik keek uit naar die laatste treinrit, om het landschap te zien veranderen, maar ik heb helaas de hele tijd liggen slapen. Pools klinkt nog moeilijker dan het er uit ziet. Maar ik ben er toch in geslaagd een koffie te bestellen, sigaretten te kopen en met wat gesukkel met de Trotter een klein gezellig theehuisje te vinden (dat uiteraard niet in de Trotter staat). Maar ik ben er, heelhuids, en drink tot mijn eigen ongenoegen een cola, omdat ik echt niet uit kan aan de rijkelijk gevulde theekaart. Het is hier heerlijk rustig. Mensen spelen Scrabble -altijd een goed teken- en wijzen me vriendelijk de lichtschakelaar van de wc aan, nadat ik een tijdje in het donker sta te draaien. Het lijkt alsof mijn overmogen om Pools te spreken meteen ook een onvermogen tot sociaal functioneren met zich meebrengt. Ik ben er zeker van dat ik overal een zenuwachtige, verwarde indruk nalaat. Gelukkig vind ik dat zelf niet erg en voel ik me vandaag ontzettend rustig, afgezien van wat vermoeidheidstranen in het station van Poznan waar ik met al mijn bagage in een rasechte ochtendspits mijzelf niet meer kon horen denken onder het gegalm van de luidsprekers.