Een combinatie van luiheid en vergeetachtigheid brengt mij er toe met jullie enkele dagboekfragmenten te delen:
20 September '10
Daar ga ik dan. Op het perron staan mijn ouders, alle 3, met brede glimlach en duimen omhoog. Papa doet wat papa's doen; gekke bekken trekken, de trein proberen vooruit duwen, nog de groetjes doen van oma door middel van omslachtige gebaren en een gsm, een eind meelopen eens de trein dan toch besluit te vertrekken.
In de weerspiegeling van het raam zie ik ook mezelf, snikkend in een geruite zakdoek, met rode oogjes en een muts met berenoortjes, om een of andere reden. We rijden het station uit. Een pittoreske zonsondergang weerkaatst op het atomium, zoals dat hoort wanneer je voor maanden je vader/moederland verlaat.
Een vriendelijke man vraagt mijn ticket en wenst me een goede avond. Ik, met mijn oren vol snot en met de alertheid van een komkommer, begrijp zelfs dat ene woord niet. De man en ik wisselen een misverstand uit.
Daar ga ik dan. Ik voel me niet helemaal de heldhaftige ontdekkingsreizigster waarvan ik had gehoopt ze te zijn. De rode zetels zitten een beetje ongemakkelijk. Ik zit in eerste klasse, tussen mannen, netjes opgevouwen in pak, onverschillig scherm-starend dankzij gratis wifi.
21 September '10
Ik weet nu hoe een slaaptrein er uit ziet. Ik weet nu ook dat de kleine metalen laddertjes los zitten en dat dat heel onhandig is als je met je bagage op het bovenste bedje moet zien te geraken.
Het landschap zag er tot nu toe behoorlijk Vlaams uit, behalve dan misschien de grote lege fabrieken die hier en daar aan de horizon opdoemen.
15u 22: Eindelijk in Gdansk. Ik keek uit naar die laatste treinrit, om het landschap te zien veranderen, maar ik heb helaas de hele tijd liggen slapen. Pools klinkt nog moeilijker dan het er uit ziet. Maar ik ben er toch in geslaagd een koffie te bestellen, sigaretten te kopen en met wat gesukkel met de Trotter een klein gezellig theehuisje te vinden (dat uiteraard niet in de Trotter staat). Maar ik ben er, heelhuids, en drink tot mijn eigen ongenoegen een cola, omdat ik echt niet uit kan aan de rijkelijk gevulde theekaart. Het is hier heerlijk rustig. Mensen spelen Scrabble -altijd een goed teken- en wijzen me vriendelijk de lichtschakelaar van de wc aan, nadat ik een tijdje in het donker sta te draaien. Het lijkt alsof mijn overmogen om Pools te spreken meteen ook een onvermogen tot sociaal functioneren met zich meebrengt. Ik ben er zeker van dat ik overal een zenuwachtige, verwarde indruk nalaat. Gelukkig vind ik dat zelf niet erg en voel ik me vandaag ontzettend rustig, afgezien van wat vermoeidheidstranen in het station van Poznan waar ik met al mijn bagage in een rasechte ochtendspits mijzelf niet meer kon horen denken onder het gegalm van de luidsprekers.
Nu nog een foto van een fiets, en het is een echte blog.
BeantwoordenVerwijderen