10 november
Ik wil niet beweren dat er tussen 7 en 10 november geen interessante dingen hebben plaatsgevonden in Kraków. Eenieder die er ooit geweest is zal de onmogelijkheid hiervan bevestigen. Maar ik wil wel beweren dat een heleboel dingen hun relevantie verliezen na een bezoek aan Auschwitz. Eenieder die daar ooit geweest is zal ook dat bevestigen.
Ik had er op voorhand naar uitgekeken om het kamp te bezoeken. 't Is te zeggen, ik keek er naar uit zoals men er naar uitkijkt om een moordfabriek te bezoeken. Je weet dat het geen leuke dag zal zijn.
Het is dan wel een 'museum', maar nergens is sprake van grote, steriele ruimtes waar alleen de voetstappen van mature geesten weerklinken, en waar men met samengeperste lippen en opgetrokken wenkbrauwen weer eens een eigen mening bedenkt.
We krijgen allemaal koptelefoontjes waardoor we onze gids horen praten. Ik heb meteen appreciatie voor de mix van respect en medeleven in het timbre van haar stem. Helaas, met zo'n ding op je kop voel je je hopeloos alleen.
Naarmate we verder en verder lopen tussen de barakken voel ik mijn gezicht verkrampen. Het is een raar gevoel, maar ik kan me niet herinneren hoe je je gezichtsspieren ook al weer ontspant.
We zien hopen haar, koffers met namen, schoenen, foto's. We kijken naar de lege blikken Zyklon-B. Niets snelle dood, 20 minuten vecht je tegen verstikking.
We zien een heleboel 15-jarigen. Ze zijn duidelijk op een verplichte schooluitstap. Sommigen hebben muziek in de oren, anderen staan te giechelen en reageren verontwaardigd wanneer de gids hen vraagt stil te zijn.
Aan het einde van het kamp Auschwitz 1 staat dan weer een groepje jongelingen te huilen. Ze slaan hun armen om elkaar heen of staren wat naar de grond.
Ikzelf liep er toch ook met een zakdoek. Jullie zijn ook mensen, de verwarrende gelijkaardigheden tussen een verkoudheid en een huilbui zijn jullie ook niet vreemd.
Ik neem geen enkele foto, al draag ik dat toestel wel de hele tijd aan mijn zijde. Ik kijk hoe de anderen flitsen. Kan dat wel? Hier al die jaren later komen binnenwandelen en wat prentjes maken? Natuurlijk mogen we nooit vergeten wat hier heeft plaatsgevonden, dat zegt ook het monument achteraan Auschwitz Birkenau: ' For ever let this place be a cry of despair and a warning to humanity....'. Maar moet Jan en alleman dat dan ook nog een keer posten op facebook? Tussen de albums van een familievakantie naar Turkije, wat vage foto's van clubs, idiote cartoons met de tags van je vrienden.
Of misschien geen facebook. Maar dan heb je nog steeds de toerist die naar deze afschuwelijke plaats kijkt via het schermpje op zijn toestel.
Ach, er valt misschien geen rationeel argument voor te bedenken, maar hier leek bescheidenheid en respect iets wat je kon uiten door niet alles als een bezetene te lopen fotograferen.
Als we na onze rondleiding langs de treinsporen terug naar de uitgang lopen denk ik aan de gesprekken met Anne over religie. Ik vraag haar of ze zich nog steeds afvraagt of er een God is. Waarschijnlijk niet, is haar besluit.
Dat had de kerk ook zien aankomen, dat mensen hier hun geloof kunnen verliezen. Maar de kerk is de kerk niet zonder haar vindingrijkheid om de situaties naar hun hand te zetten. Saint Maximilian Kolbe is de patroonheilige van de drugsverslaafden, de politieke gevangenen, families, journalisten, gevangenen, amateur-radio en de pro-life movement. Daarvoor was hij een mens, zoals u en ik.
Hij werd gevangengenomen en naar Auschwitz gebracht. Op 14 augustus 1941 nam hij de plaats in van een andere gevangene, die door de kamprechtbank tot de hongerdood veroordeeld was. Het gerucht wil dat hij het 2 weken uithield, en dat de nazi's hem uiteindelijk een dodelijke injectie hebben moeten toedienen. Troetelnaampje van Paus Jan Pawel II voor de Saint Maximilian Kolbe is 'The Patron Saint of Our Difficult Century'. Onderaan deze blog ook een bidprentje van deze goeierd, voor de liefhebbers.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten